De langverwachte bouw van de snelweg "Zwarte Zee", die Burgas en Varna zal verbinden, kan naar verwachting eind 2026 of uiterlijk begin 2027 beginnen. Dit werd vandaag meegedeeld door de voorzitter van het agentschap, Jordan Valchev, op de conferentie "Internationale verbindingen - de sleutel tot duurzame groei van het Bulgaarse toerisme". Het evenement werd georganiseerd door de Nationale Toerismeraad in institutionele samenwerking met het Ministerie van Toerisme. Hoewel vandaag niemand een garantie zou geven voor de exacte datum van ingebruikname, zijn de berichten over de projecten positief. Dit is vooral opmerkelijk in het licht van het feit dat de planning voor de "Zwarte Zee" al in 1971 begon. Destijds zou een verkeersring deel uitmaken van het plan met vijf snelwegen. Volgens Valchev is het de bedoeling van het Wegenagentschap om een aanbesteding uit te schrijven voor de uitbreiding van een viervaksdeel van de weg tussen Burgas en Malko Tarnovo. Ook worden mogelijkheden overwogen voor een verdubbeling van de route tussen Varna en Dobrich.
Op de conferentie was ook Zhivko Nedev, de voorzitter van de Bulgaarse Kamer van Koophandel voor de wegindustrie, aanwezig, die verklaarde dat de snelweg primair voor toeristisch verkeer zal worden aangelegd, en pas daarna voor transport, en dat het de afgelopen jaren ook een ecologisch thema is geworden, aangezien de geplande routes door beschermde gebieden lopen. "Er zijn verschillende opties voorgesteld, maar slechts één voldoet min of meer aan de ecologische vereisten. Er zijn beschermde gebieden tussen Burgas en Varna, en de snelweg moet deze ofwel vermijden, wat dan geen dienst aan het toerisme verleent maar eerder een binnenlandse route wordt, ofwel passeren met inachtneming van bepaalde maatregelen," zei hij. De "Zwarte Zee" snelweg is van groot belang voor het toerisme, aangezien het zeetoerisme ongeveer 70% van alle sectorinkomsten genereert. Volgens vorig jaar gegevens van Eurostat koos ongeveer 39% van de burgers die naar een ander land van de Europese Unie reisden voor luchttransport voor ten minste één nacht, terwijl ongeveer 58% gebruik maakte van wegtransport, en slechts ongeveer 3% koos voor watertransport. Uit deze gegevens blijkt duidelijk dat het wegverkeer voorop loopt. Ondanks dat deze feiten al lang bekend zijn, en hoewel de route - hoewel uitdagend - relatief kort is in vergelijking met andere snelwegen in het land, wordt de bouw al decennia lang vertraagd.